Ringwerk
Programma - algemeen
De honden, eenmaal afgericht volgens ons programma, worden onderverdeeld in vier categorieën: De debutanten vangen aan in de vierde categorie. Later kunnen ze overgaan naar de derde, tweede en eerste categorie. In de eerste categorie is de moeilijkheidsgraad van de oefeningen het hoogst.Het is immers zo dat de honden, in principe vooral de Mechelse Herder, afgericht worden volgens een vast omschreven programma (zie reglementen), maar dat de omstandigheden waarin de oefeningen dienen uitgevoerd te worden steeds verschilt van wedstrijd tot wedstrijd. Juist dit gegeven maakt onze discipline zo mooi maar ook zo moeilijk.
Het programma bestaat uit:
Buiten de vernoemde oefeningen wordt er op het terrein lokazen (voedsel) aangeboden en rondgestrooid. Het is uiteraard de bedoeling dat de hond zich hierdoor niet laat verleiden. Eenmaal het programma afgewerkt beoordeelt de jury de algemene houding van hond en geleider. Zo kan een slordige voorstelling alsnog extra punten kosten.
In het totaal kunnen er in de vierde categorie 270 punten verdiend worden en in de categorieën 3-2-1 kunnen 360 punten verdiend worden.
Deze punten zijn als volgt verdeeld:
Voor de jonge honden categorie 4 :
Voor de honden categorie 3 – 2 - 1 :
Programma - gehoorzaamheid
Volgen aan de leiband : 4 punten
Volgen in vrijheid : 6 punten
Weigeren van lokaas : 20 punten
(Er wordt voedsel toegeworpen voor de hond waarbij hij dit volledig moet negeren; zowel likken als zich verwijderen kost strafpunten)
Houdingen: liggen - zitten - recht : 12 punten
1 minuut liggen : 8 punten
Aanbrengen van een geworpen voorwerp : 10 punten
(Een voorwerp wordt door de meester weggeworpen, de hond moet wachten tot het commando en daarna het voorwerp gaan halen en inleveren bij zijn meester)
Zoeken en aanbrengen van een stokje : 10 punten
(Een stokje wordt door meester tussen andere stokjes van hetzelfde type gelegd, de hond moet het goede eruit halen en dit naar zijn meester brengen)
Vooruit : 10 punten
(De hond moet op commando recht vooruit lopen)
Programma - springoefeningen
Sprong over vaste haag : 10 punten
De hond moet heen en weer springen over een natuurlijk uitziende haag van 1.20 meter hoogte zonder te raken.
Sprong over gracht : 20 punten
Een gracht van 3 meter eventueel verlengd tot 4 meter.
Enkel de heen sprong
Sprong over een schutsel : 20 punten
Heen en terug sprong over een schutsel van 2 tot max 2.0 meter hoogte.
Haag met gracht : 10 punten
Enkel een heen sprong over een gracht van 1.5 m lengte met daar achter een “haag” van 1 tot 1.2 meter hoogte. Dit toestel is zodanig gebouwd dat kwetsuren in principe niet mogelijk zijn.
Programma - verdedigingswerk
Bewaken van een voorwerp : 40 punten
Volledig zelfstandig zal de hond een voorwerp bewaken. Deze oefening gebeurt tweemaal. Eenmaal zonder muilband (20 punten) en een tweede maal met de muilband (20 punten). Er worden verschillende pogingen ondernomen door de pakwerker of een “burger” met beschermde kledij. De hond moet bij de pogingen tot bemachtiging het voorwerp verdedigen maar telkens ook van zelf naar het voorwerp terugkeren.
Opgejaagde aanvallen : 2 x 25 punten
De hond wordt gestuurd om in te bijten. Deze aanval moet snel en krachtdadig zijn. Op het eerste bevel van zijn meester moet hij onmiddellijk de aanval staken.
Onderbroken aanval : 20 punten
De hond wordt gestuurd om in te bijten. Deze aanval moet snel en krachtdadig zijn. Op het allerlaatste ogenblik wordt de hond terug geroepen. Hij mag dan niet inbijten maar onmiddellijk naar zijn baasje terug keren.
Opzoeken en opleiden: 50 punten
De hond zal een verborgen pakwerker op zo'n kort mogelijk tijd zoeken, aanblaffen zonder te bijten. Daarna wordt de “boef” opgeleid door hond en baasje. Tijdens die wandeling onderneemt de “boef” drie vluchtpogingen die de hond moet verijdelen. Ook de schotvastheid wordt tijdens deze oefening getest.
Verdediging : 40 punten
Tijdens een wandeling van ons duo, worden zij door de “boef” gevolgd. De hond waarschuwt zijn meester dat zij gevolgd worden. De hond zal toelaten dat er een hand geschud wordt. De hond zal geen gevolg geven aan allerlei uitdagingen van de “boef”. De hond zal echter - en dan alleen –de “boef” aanvallen waarneer de meester wordt aangevallen door de “boef”.
De honden, eenmaal afgericht volgens ons programma, worden onderverdeeld in vier categorieën: De debutanten vangen aan in de vierde categorie. Later kunnen ze overgaan naar de derde, tweede en eerste categorie. In de eerste categorie is de moeilijkheidsgraad van de oefeningen het hoogst.Het is immers zo dat de honden, in principe vooral de Mechelse Herder, afgericht worden volgens een vast omschreven programma (zie reglementen), maar dat de omstandigheden waarin de oefeningen dienen uitgevoerd te worden steeds verschilt van wedstrijd tot wedstrijd. Juist dit gegeven maakt onze discipline zo mooi maar ook zo moeilijk.
Het programma bestaat uit:
- Gehoorzaamheidsoefeningen
- Springoefeningen
- Verdedigingsoefeningen
Buiten de vernoemde oefeningen wordt er op het terrein lokazen (voedsel) aangeboden en rondgestrooid. Het is uiteraard de bedoeling dat de hond zich hierdoor niet laat verleiden. Eenmaal het programma afgewerkt beoordeelt de jury de algemene houding van hond en geleider. Zo kan een slordige voorstelling alsnog extra punten kosten.
In het totaal kunnen er in de vierde categorie 270 punten verdiend worden en in de categorieën 3-2-1 kunnen 360 punten verdiend worden.
Deze punten zijn als volgt verdeeld:
Voor de jonge honden categorie 4 :
- Gehoorzaamheidsoefeningen 50 p
- Springoefeningen 40 p
- Verdedigingsoefeningen 160 p
- Algemene houding 20 p
- Totaal 270 punten
Voor de honden categorie 3 – 2 - 1 :
- Gehoorzaamheidsoefeningen 60 p
- Springoefeningen 60 p
- Verdedigingsoefeningen 200 p
- Weigering voedsel 20 p
- Algemene houding 20 p
- Totaal 360 punten
Programma - gehoorzaamheid
Volgen aan de leiband : 4 punten
Volgen in vrijheid : 6 punten
Weigeren van lokaas : 20 punten
(Er wordt voedsel toegeworpen voor de hond waarbij hij dit volledig moet negeren; zowel likken als zich verwijderen kost strafpunten)
Houdingen: liggen - zitten - recht : 12 punten
1 minuut liggen : 8 punten
Aanbrengen van een geworpen voorwerp : 10 punten
(Een voorwerp wordt door de meester weggeworpen, de hond moet wachten tot het commando en daarna het voorwerp gaan halen en inleveren bij zijn meester)
Zoeken en aanbrengen van een stokje : 10 punten
(Een stokje wordt door meester tussen andere stokjes van hetzelfde type gelegd, de hond moet het goede eruit halen en dit naar zijn meester brengen)
Vooruit : 10 punten
(De hond moet op commando recht vooruit lopen)
Programma - springoefeningen
Sprong over vaste haag : 10 punten
De hond moet heen en weer springen over een natuurlijk uitziende haag van 1.20 meter hoogte zonder te raken.
Sprong over gracht : 20 punten
Een gracht van 3 meter eventueel verlengd tot 4 meter.
Enkel de heen sprong
Sprong over een schutsel : 20 punten
Heen en terug sprong over een schutsel van 2 tot max 2.0 meter hoogte.
Haag met gracht : 10 punten
Enkel een heen sprong over een gracht van 1.5 m lengte met daar achter een “haag” van 1 tot 1.2 meter hoogte. Dit toestel is zodanig gebouwd dat kwetsuren in principe niet mogelijk zijn.
Programma - verdedigingswerk
Bewaken van een voorwerp : 40 punten
Volledig zelfstandig zal de hond een voorwerp bewaken. Deze oefening gebeurt tweemaal. Eenmaal zonder muilband (20 punten) en een tweede maal met de muilband (20 punten). Er worden verschillende pogingen ondernomen door de pakwerker of een “burger” met beschermde kledij. De hond moet bij de pogingen tot bemachtiging het voorwerp verdedigen maar telkens ook van zelf naar het voorwerp terugkeren.
Opgejaagde aanvallen : 2 x 25 punten
De hond wordt gestuurd om in te bijten. Deze aanval moet snel en krachtdadig zijn. Op het eerste bevel van zijn meester moet hij onmiddellijk de aanval staken.
Onderbroken aanval : 20 punten
De hond wordt gestuurd om in te bijten. Deze aanval moet snel en krachtdadig zijn. Op het allerlaatste ogenblik wordt de hond terug geroepen. Hij mag dan niet inbijten maar onmiddellijk naar zijn baasje terug keren.
Opzoeken en opleiden: 50 punten
De hond zal een verborgen pakwerker op zo'n kort mogelijk tijd zoeken, aanblaffen zonder te bijten. Daarna wordt de “boef” opgeleid door hond en baasje. Tijdens die wandeling onderneemt de “boef” drie vluchtpogingen die de hond moet verijdelen. Ook de schotvastheid wordt tijdens deze oefening getest.
Verdediging : 40 punten
Tijdens een wandeling van ons duo, worden zij door de “boef” gevolgd. De hond waarschuwt zijn meester dat zij gevolgd worden. De hond zal toelaten dat er een hand geschud wordt. De hond zal geen gevolg geven aan allerlei uitdagingen van de “boef”. De hond zal echter - en dan alleen –de “boef” aanvallen waarneer de meester wordt aangevallen door de “boef”.